Angst en paniek

Angst

De behandeling is gericht op het onder controle krijgen van de klachten, door bij de eerste signalen niet in paniek te raken, maar jezelf tot rust te brengen. Daarmee wordt de cirkel van angst voor de angst doorbroken. Door lichaamsbewustwordings oefeningen wordt het contact met het lichaam verbeterd zodat spanningssignalen eerder worden herkend. Door ontspannings- en ademhalingsoefeningen leer je de spanning in het lichaam te reguleren waardoor het verstoorde evenwicht tussen spanning en ontspanning wordt hersteld. Ook wordt samen met de therapeut gezocht naar de achterliggende oorzaak van de spanning die ten grondslag ligt aan de angst.

Deze angst kan zich op verschillende manieren uiten. Zo kun je altijd bang en overbezorgd zijn over van alles en nog wat of veel piekeren en daardoor vaak gespannen en rusteloos zijn, snel vermoeid zijn en slecht slapen.

Paniekaanval

Een paniekaanval is een korte maar heftige aanval van angst. Het lijkt op hyperventilatie, maar is niet hetzelfde. Een paniekaanval komt voort uit je gedachten, terwijl een hyperventilatieaanval komt door verkeerd ademen. Dat verkeerde ademen komt vaak voort uit spanning.

Angst en paniek gaan vaak gepaard met lichamelijke verschijnselen zoals:

  • Hartkloppingen, verhoogde hartslag en bloeddruk
  • Zweten
  • Trillen, beven
  • Kortademigheid, benauwdheid, ademnood
  • Pijn of drukkend gevoel op de borst
  • Duizeligheid, licht in het hoofd
  • Droge mond
  • Tintelingen, doof gevoel
  • Misselijkheid
  • Koude rillingen

Deze lichamelijke verschijnselen kunnen beangstigend zijn en de angst versterken. Je kunt bang worden om flauw te vallen of dood te gaan. Angst voor een nieuwe aanval kan het gevolg zijn, met name in situaties met veel mensen zoals in winkels of op straat, of in situaties waar je niet weg kunt zoals in tunnels, liften, tram of bus. Uit angst voor een nieuwe aanval kan de neiging ontstaan de plekken te mijden.

Behandeling van angst en paniek

  • Hartkloppingen, verhoogde hartslag en bloeddruk
  • Zweten
  • Trillen, beven
  • Kortademigheid, benauwdheid, ademnood
  • Pijn of drukkend gevoel op de borst
  • Duizeligheid, licht in het hoofd
  • Droge mond
  • Tintelingen, doof gevoel
  • Misselijkheid
  • Koude rillingen

Deze lichamelijke verschijnselen kunnen beangstigend zijn en de angst versterken. Je kunt bang worden om flauw te vallen of dood te gaan. Angst voor een nieuwe aanval kan het gevolg zijn, met name in situaties met veel mensen zoals in winkels of op straat, of in situaties waar je niet weg kunt zoals in tunnels, liften, tram of bus. Uit angst voor een nieuwe aanval kan de neiging ontstaan de plekken te mijden.